HomeGroupsTalkMoreZeitgeist
Search Site
This site uses cookies to deliver our services, improve performance, for analytics, and (if not signed in) for advertising. By using LibraryThing you acknowledge that you have read and understand our Terms of Service and Privacy Policy. Your use of the site and services is subject to these policies and terms.

Results from Google Books

Click on a thumbnail to go to Google Books.

Loading...

Het vrolijk leven van Tijl Uilenspiegel

by Eugène Bosschaerts

MembersReviewsPopularityAverage ratingConversations
215,252,109 (4)None
Recently added byBjorn_Roose, de.kleine.Icarus
fiction (1)
None
Loading...

Sign up for LibraryThing to find out whether you'll like this book.

No current Talk conversations about this book.

De complicaties bij dit boek beginnen eigenlijk al meteen van bij de omslag. Daarop staat als titel Tijl Uilenspiegel vermeld, terwijl binnenin het boek Het vrolijk leven van Tijl Uilenspiegel als titel wordt gehanteerd. Ik ben enigszins geneigd daarvan de reden te gaan zoeken in het commerciële aspect – op de omslag van deze in 1971 bij Uitgeversfirma L. Opdebeek verschenen editie staat immers ook een Vlaamse Leeuw afgebeeld, terwijl het hoofdpersonage in dit hele boek amper twee bladzijden in Vlaanderen doorbrengt –, maar mogelijk klopt dat niet: zelfs bij de eerste uitgave van dit boek, bij dezelfde uitgever in 1935, was er op de omslag al sprake van Tijl Uilenspiegel en binnenin van Het vrolijk leven van Tijl Uilenspiegel.

Tweede “probleem”: de auteur onderging een naamsverandering voor dit boek. Waar hij zelfs op de omslag van de oorspronkelijke uitgave E. Bosschaerts heette en op de omslagen van al zijn andere boeken ofwel E. Bosschaerts ofwel Eugène Bosschaerts, heet hij hier Eugeen Bosschaerts. Combineer dat met die Vlaamse Leeuw op de omslag en je krijgt hier toch een beetje de indruk van wat ik dan yellow washing zou noemen, iets Vlaamser maken dan het is.

Derde dingetje: het taalgebruik. Dat lijkt ofwel parodiërend ofwel afgestemd op jongere mensen. In verhalen als die rond Uilenspiegel – en dan bedoel ik niet specifiek die in dit boek, maar die in het algemeen – valt dat moeilijk te bepalen, zoals dat bijvoorbeeld ook het geval is met de verhalen van Godfried Bomans rond Pa Pinkelman (zie hier: https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/02/pa-pinkelman-in-de-politiek-god... en Tante Pollewop. We weten intussen wel dat Bomans met die verhalen zowel volwassenen als kinderen als doelpubliek had en daar dus nogal wat elementen in stak die sowieso aan kinderen zouden ontgaan, maar dat is minder het geval (doch niet helemáál) met deze Tijl Uilenspiegel van Eugène Bosschaerts. Misschien moeten we dan ook uitgaan van de voorgeschiedenis van dit boek om te bepalen of het hier in eerste instantie om jeugd- dan wel volwassenenliteratuur gaat en daarbij kan Schrijversgewijs ons helpen (zie hier: https://schrijversgewijs.be/schrijvers/bosschaerts-eugene/): “Er bestaat ook een voorpublicatie als feuilleton in De kleine Vlaming : maandblad voor de jeugd”. Minstens één van de aan Uilenspiegel gewijde boeken in mijn kasten is dus wel degelijk een jeugdboek.

Minstens een? Inderdaad, ik heb er meerdere: Ulenspiegel – Antwerpen 1580 van Loek Geeraedts, Uilenspiegel, wie ben jij? – Zeven eeuwen uil en spiegel van Guy Segers, Nieuwe fratsen van Tijl Uilenspiegel van D. Nieuwland, en dan drie vertalingen van Charles De Costers uit 1867 daterende La légende d’Ulenspiegel, zijnde De legende van Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak, De legende en de heldhaftige, vrolijke en roemruchte daden van Uilenspiegel en Lamme Goedzak in Vlaanderenland en elders, en ten slotte Thijl Uilenspiegel – Zijn legende, alsmede de heldhaftige, koddige en roemruchtige avonturen door hem en Lamme Goedzak beleefd in Vlaanderenland en elders. Nee dus, Eugène Bosschaerts was niet de eerste die een boek schreef over Tijl Uilenspiegel: de stadsklerk van het Duitse Braunschweig (ten onzent ook bekend als Brunswijk) Herman Bote deed dat al rond 1500. Noch was hij de eerste om dat te doen in het Nederlands: die eer valt te beurt aan Michiel van Hoochstraten, die tussen 1525 en 1547 in Antwerpen de eerste Nederlandstalige versie drukte, Ulenspieghel – Van Ulenspieghels leven ende schimpelijcke wercken, en de wonderlijcke avontueren die hij hadde want hij en liet hem geen boeverie verdrieten. Maar Bosschaerts maakte ook geen doorslagje van De Costers versie. De Coster, in München geboren uit een Vlaamse vader en Waalse moeder, was degene – en daarbij ga ik even voorbij aan de invloed van de Brugse auteur Joseph Octave Delepierre – die de avonturen van Tijl Uilenspiegel transponeerde naar Vlaanderen (alwaar hij hem geboren liet worden in het Westvlaamse Damme op dezelfde dag waarop de latere Spaanse koning Filips II geboren werd) en hem een gedaanteverwisseling liet ondergaan van – dixit Wikipedia – “luchthartige vagebond en kwajongen” naar “Vlaamse vrijheidsstrijder die aan de zijde van de Geuzen tegen de Spaanse overheersing vecht”. Bij De Coster, weliswaar Franstalig maar behept met een grote sympathie voor de Vlaamse Beweging (iets wat in literaire kringen destijds niet uitzonderlijk was), zien ook Lamme Goedzak en Nele het levenslicht. Van dat alles echter geen sprake bij Bosschaerts: Tijl bezoekt in zijn versie in één van de – telkens slechts een paar bladzijden lange – hoofdstukken Antwerpen, maar voor de rest toert hij rond in Duitsland en zónder gezelschap.

En toch is het niet zijn versie of toch minstens niet helemaal: als er in hoofdstuk XXIII sprake is van Hoe Uilenspiegel in dienst kwam bij een smid en hoe hij zijn baas de blaasbalg in de tuin achternadroeg, dan speelt dat hoofdstuk zich af in Rostock en komen ook de andere details overeen met dat al eeuwenlang onderdeel uitmakend deel van Uilenspiegels Schwankbiographie. Als hoofdstuk XXII als titel heeft Hoe Uilenspiegel in Bamberg voor geld at, dan komt hij even goed in die stad terecht vanuit Neurenberg en verloopt het verhaal op dezelfde wijze als datgene wat al eeuwen circuleert. Maar ik heb niet de pretentie een kenner te zijn van de hele mythe(vorming) rond Tijl Uilenspiegel, dus houd ik het op “minstens niet helemaal”. Mogelijk heeft Bosschaerts zélf een aantal van de verhalen verzonnen, zoals andere Tijl-Uilenspiegelauteurs vóór hem, maar aan te nemen valt dat hij dat niét gedaan heeft.

Maar goed, dat heeft eigenlijk ook nooit enig belang gehad waar het Uilenspiegel betrof: net het dóórvertellen, verrijken, aanvullen van de mythe heeft belang. Of hij dan geboren is, zoals hier, in Kneitlingen of, zoals elders, in Knesselare (en kort daarop Damme), maakt daarbij niet uit. Alhoewel... als ik als kind een boek las over iemand die in een of andere stad in het buitenland geboren en/of getogen was, dan moest ik toch weten waar die stad lag en haalde ik een atlas uit de kast (het internet was er toen nog niet) om dat op te zoeken. Kinderen, óf volwassenen, kunnen zich ook wat dat betreft amuseren met dit boek: na enige jeugdavonturen van onze held in Kneitlingen zelf, komen we immers al snel terecht bij Ma(a)gde(n)burg aan de Saale, in Stassfürt (dertig kilometer ten zuiden van Magdeburg) bij de Bode, in Budensteten (of Budenstetten, ik vind het hoe dan ook niet zo meteen terug), Neurenberg (of Nürnberg, zo u wil), bij de graaf van Anhalt (tegenwoordig bekend als regio, maar de oude Burg, of toch de ruïne ervan, ligt in Harzgerode), in Denemarken (waar hij enige tijd de koning dient, nadat hij “in dienst bij vele vorsten en adellijke heren (…) de fraaie manieren en de hoofse omgangstaal van de jonkers” geleerd heeft), in het hertogdom Lüneburg (bij de natuurliefhebbers vooral bekend vanwege de Lüneburger Heide), aan het hof van Hessen (waar hij onzichtbare schilderijen maakt, een verhaal in de trant van De nieuwe kleren van de keizer), in Praag en in Erfurt (waar hij er telkens weer in slaagt “de hogeschoolmeesters” te kakken te zetten), in Berlijn, in Brandenburg, enzovoort, enzoverder. En in al die plaatsen weet hij zich vijanden te maken (en af en toe, maar heel zelden, zelfs een pak slaag op te lopen) door mensen poetsen te bakken en vooral datgene wat ze zeggen letterlijk te interpreteren als het hem zo uitkomt.

Ik weet niet in hoeverre Bosschaerts kunstgrepen heeft moeten uithalen om een en ander nog te doen kloppen – Duits laat zich ondanks de verwantschap met het Nederlands nu eenmaal niet één-op-één vertalen naar het Nederlands – of gewoon zijn selectie heeft beperkt tot de verhalen waarvan een vertaling mogelijk was zonder dat zo’n kunstgrepen nodig waren, maar de woordspelletjes zijn niet van de lucht. Als de pastoor hem zegt dat hij alles wat in huis te doen valt “met halve arbeid wel [zal] klaarspelen”, dan doet Uilenspiegel telkens maar de helft van wat hem opgedragen wordt. Als de bakker hem toesnauwt dat hij als hij niet weet wat hij moet bakken dan maar “uilen en meerkatten” moet bakken, dan kneedt hij van zijn “kostbare deeg (…) de gekste dierenvormen” en weet die ook nog aan de man te brengen. Als hij naar de galg gewenst wordt, dan gaat hij daar ook heen. Als hij alarm moet blazen “zoals ‘t (…) [hem] gezegd wordt”, dan blaast hij als het er op aan komt geen alarm “omdat men (…) [hem] niets gezegd had”. Als hij bevolen wordt niet meer op ‘s hertogs grond te komen, dan vult hij een kar met door hem gekochte grond en verplaatst zich daarop. Als een kleermaker zijn vakterminologie gebruikt en een pak in grijze kleur aanduidt als “wolf”, dan neemt Uilenspiegel hem op zijn woord. Als een bontbewerker hem zegt dat hij de stiel wel zal leren als hij “vier dagen in de vellen [heeft] doorgebracht”, dan verbergt hij zichzelf in een hoop vellen. Ook hier: enzovoort, enzoverder, het is niet mijn bedoeling u alles mee te geven wat in die hoofdstukjes staat, al worden die dan – ook weer zoals bijvoorbeeld Bomans dat doet bij Pa Pinkelman of Hans Jörgen Lembourn bij Graaf Frederik (zie hier: https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/09/graaf-frederik-of-de-beste-van-... – sowieso kort samengevat aan het begin van elk hoofdstuk.

Leuk dingetje om te lezen, zou ik zeggen (ondanks de zetfout die een hele alinea in de war stuurde), mede dankzij de houtsneden van Victor Stuyvaert in een stijl die volkomen bij dit soort verhaaltjes past, al lijkt het mij dat wie er niet op uit is “alles” over Tijl Uilenspiegel te verzamelen er ook niet meteen moet op gaan jagen.

O ja, voor de Antwerpenaars, die nu ongetwijfeld willen weten wat Tijl dáár gaan doen is: er zich ziek voelen. “Nu hij wat ouder werd, weerstond hij zo goed niet meer aan de vermoeienissen van zijn avontuurlijk zwerversleven. De vele ontberingen, die hij vaak had moeten doorstaan, hadden zijn gestel ondermijnd en zijn vrolijkheid aangetast. Ziek en hulpeloos slenterde hij door de Antwerpse straten, tot hij plots het besluit nam eens een dokter te raadplegen. De man van de wetenschap onderzocht onze held en schreef hem dadelijk een streng dieet voor. Tijl mocht geen vlees meer eten en moest zich voortaan met lichte kost tevredenstellen.” Dat er daarna nog slechts twee hoofdstukken komen, Hoe Uilenspiegel zijn einde voelde naderen en hoe hij zijn testament opmaakte plus Hoe Uilenspiegel begraven werd nopen mij ertoe de resultaten van zijn bezoek aan de Koekestad, met een verwijzing naar Goethe (die er voor zorgde dat de Italiaanse woordspeling Vedi Napoli e poi muori – wat een nabij Napels gelegen plaatsje is – in zijn overdrachtelijke zin in onze contreien terecht kwam) samen te vatten als: Antwerpen zien en sterven.

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Dec 12, 2022 |
no reviews | add a review
You must log in to edit Common Knowledge data.
For more help see the Common Knowledge help page.
Canonical title
Original title
Alternative titles
Original publication date
People/Characters
Important places
Important events
Related movies
Epigraph
Dedication
First words
Quotations
Last words
Disambiguation notice
Publisher's editors
Blurbers
Original language
Canonical DDC/MDS
Canonical LCC

References to this work on external resources.

Wikipedia in English

None

No library descriptions found.

Book description
Haiku summary

Current Discussions

None

Popular covers

Quick Links

Rating

Average: (4)
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4 1
4.5
5

Is this you?

Become a LibraryThing Author.

 

About | Contact | Privacy/Terms | Help/FAQs | Blog | Store | APIs | TinyCat | Legacy Libraries | Early Reviewers | Common Knowledge | 204,460,340 books! | Top bar: Always visible