Locaties

Dit verhaal speelt zich af op de volgende locaties:

België, Belgische Kolonie Dongo[1], dorp van de Jambaba's, tempel op steile rots.

Personages

In dit verhaal spelen de volgende personages mee:

Suske, Wiske met Schanulleke, tante Sidonia, Lambik, Arthur, Putifar (de ezel), Boumbala, Jambaba’s, Serpentos, Kanga (slang).

Het verhaal
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of de afloop van het verhaal.

Wanneer Lambik bij Tante Sidonia thuis de krant leest raakt hij plotseling zeer opgewonden over een foto bij een artikel. Het gaat over een zonderling wezen, dat gesignaleerd is boven in een boom in de wouden van de kolonie Dongo. Als hij bedaard is vertelt hij dat het wezen zijn broer Arthur is, die het geheim kent om te vliegen door het sap van een bepaalde plant te drinken. Lambik heeft vijf jaar geleden voor het laatst van zijn broer gehoord. In een brief schreef Arthur toen dat hij heeft leren vliegen en dat hij op zoek is naar het dochtertje van zijn gids. De gids was tijdens hun tocht bezweken en Arthur wil zijn dochtertje aannemen.

Lambik rust een expeditie uit naar Dongo om zijn broer te zoeken. Suske en Wiske gaan mee, maar tante Sidonia blijft achter. Ook nemen ze een afgerichte ezel uit het circus, genaamd Putifar, mee die vlak voor hun vertrek per ongeluk een transistor inslikt. Hierdoor fungeert hij als radio elke keer als hij zijn staart als een antenne in de lucht steekt.

Per vliegtuig en boot bereiken ze uiteindelijk de binnenlanden van de kolonie, waar ze in contact komen met de inboorlingen, onder leiding van Boumbala. Zij redden de stam van een rondsluipende tijger. Boumbala stelt hen draagstoelen ter beschikking waarna ze dieper doordringen in de jungle en het gebied der Jambaba's bereiken. De dragers willen dan niet verder en keren terug. Hier vinden ze Arthur, de vliegende aap, maar die blijkt nogal schuw te zijn en moeilijk te vangen.

Terwijl ze naar een oplossing zoeken om Arthur te vangen, ontvangen ze een dreigbrief van Serpentos, dat ze onmiddellijk het gebied moeten verlaten. Uiteraard doen ze dat niet, maar gaan op onderzoek uit. Lambik wordt hierbij gehypnotiseerd door de slang Kanga, die van Serpentos via een zender opdrachten krijgt. Lambik wordt kwaadaardig en schiet Wiske neer met een geweer. Suske, die buiten zichzelf is van verdriet, wordt aangevallen door Kanga. Maar hij wordt gered door een negermeisje, genaamd Banana, dat een cactusblad gooit op de slang, die hierdoor lek raakt. De slang wordt even later door Serpentos "genezen" door als een fietsband geplakt te worden.

Banana vertelt dat zij vroeger koningin der Jambaba's was. Haar troon was in een tempel bovenop een rots, waartoe zij als enige de geheime ingang kent. Er bevindt zich in de tempel ook een grote schat, die Serpentos wil hebben. Hiertoe hitst hij de Jambaba's tegen haar op, zodat zij moet vluchten. Met de hulp van Lambik worden Suske en Wiske door de Jambaba's gevangengenomen en in een ketel met heet water boven een vuur geplaatst. Banana weet te ontsnappen. Maar dan laat Serpentos ook Lambik in de ketel belanden, waardoor de hypnotisering wordt verbroken. Banana redt het drietal door een tunnel te graven tot onder de ketel en met een blikopener de bodem ervan te verwijderen.

Hierna weten ze Arthur te vangen en vindt de vreugdevolle ontmoeting tussen Lambik en zijn broer plaats als hij eindelijk wordt herkend. Wanneer zij na nog vele avonturen uiteindelijk in de tempel aankomen, vinden ze daar de troon van Banana. Maar Arthur is gehypnotiseerd door Serpentos en vliegt met hem naar de tempel. Tante Sidonia is hen achternagereisd in een helikopter en weet uiteindelijk Serpentos en de slang Kanga te overmeesteren samen met Putifar. De dorpelingen luisterden niet meer naar Serpentos omdat ze de muziekezel Putifar aanbaden. Dan blijkt Banana het negermeisje te zijn dat Arthur al die tijd zocht, en ze wordt weer koningin. Arthur laat de Selderum aeroplanis zien en Lambik drinkt van de plant, de beide broers vliegen en vangen Serpentos en Kanga die er met Putifar vandoor zijn gegaan. De dorpelingen onderwerpen zich weer aan Banana, en Arthur blijft achter als tempelhoeder. De vrienden nemen de speciale plant mee naar huis, en ook Kanga en Serpentos gaan mee op de boot. Maar dan blijkt dat Putifar de hele plant heeft opgegeten, en de ezel vliegt van de boot. Serpentos wordt bewaker in de dierentuin bij Kanga de slang.

Achtergronden bij het verhaal

In dit album maakt Arthur, de vliegende broer van Lambik zijn debuut. Hij zou later in de reeks nog vele keren terugkeren, waaronder De witte uil, De tamtamkloppers, Amoris van Amoras, De averechtse aap, ...

Dit is het eerste album waarin professor Barabas opvallend afwezig is. De personages maken ook gebruik van vliegtuigen en helikopters, terwijl Barabas over de Gyronef beschikt.

Dit is het eerste album waarin de personages naar Afrika reizen.

Ook wordt Wiske voor het eerste keer jaloers op een meisje (Banana) dat verliefd wordt op Suske. Haar jaloezie zou in latere albums nog een grote rol spelen.

Tante Sidonia danst met een zwarte de jitterbug, een dans die eind jaren '40 vanuit de VS naar Europa kwam overwaaien.

"Selderum aeroplanis" is een woordspeling: "selderum" verwijst naar selderie en "aeroplanis" is verwant met het Engels "aeroplane" (vliegtuig).

Dongo is een parodie op Belgisch-Kongo. In de Hollandse ongekleurde reeks en de Hollandse tweekleurenreeks is Dongo of Kongo in de verhalen soms vervangen door het voor Nederland herkenbaarder Suriname, wat de merkwaardige situatie opleverde dat er Afrikaanse dieren in een Zuid-Amerikaans land rondlopen.

Bron: Wikipedia

Als Lambik in de krant een foto ziet van zijn broer Arthur wil hij meteen naar Afrika vertrekken om hem te zoeken. Aangekomen wordt Lambik gehypnotiseerd door de slang van Serpentos, een man die het op Arthur gemunt heeft omdat die kan vliegen. Hij wil met Arthur naar een hoge rots vliegen waar een schat verboren ligt. Onze vrienden ondernemen dezelfde expeditie naar de rots. Komen ze aan vóór Serpentos? En kunnen ze Arthur uit zijn klauwen redden?

Het verhaal gaat over Lambik die naar zijn broer Arthur gaat. Hij trekt daarvoor helemaal naar "Dongo"(zo staat het toch in de strip) Eenmaal samengekomen zoekt Lambik samen met Arthur naar de plant waardoor hij kan vliegen...

Lambik ziet in de krant een foto van zijn broer Arthur van wij hij al jaren niets meer heeft gehoord. Arthur leeft in het Afrikaanse oerwoud en heeft daar een plant ontdekt waarvan het sap hem het vermogen geeft om te vliegen. Samen met Suske en Wiske vertrekt Lambik naar Afrika om zijn broer te gaan zoeken.
In het oerwoud aangekomen wordt Lambik gehypnotiseerd door Kanga, de slang van een man met de toepasselijke naam Serpentos. Deze Serpentos wil Arthur vangen om naar een tempel op een steile rots te kunnen vliegen waar een grote schat verborgen is. Onder hypnose wordt Lambik opgezet tegen zijn vrienden en helpt hij Serpentos bij zijn pogingen om Arthur te pakken te krijgen.
Als Suske en Wiske worden bedreigd door Kanga worden ze gered door Banana die de voormalige koningin blijkt te zijn van de Jambaba's, de stam aan wie de schat toebehoort. De Jambaba's zijn nu echter onder invloed van Serpentos gekomen en nemen Suske en Wiske gevangen. Samen met Lambik worden zij in kookpotten gestopt waar ze echter dankzij Banana uit weten te ontsnappen.

Doordat hij in de kookpot met water in aanraking kwam is de hypnose van Lambik uitgewerkt. De vrienden beginnen samen aan een reis naar de tempelrots. Als Wiske tijdens de reis van de anderen gescheiden raakt ontdekt ze Arthur die in een kooi gevangen zit. Ze weet hem te bevrijden en herenigt hem met Lambik.
Na een tocht vol hindernissen bereikt men via een geheime gang de top van de tempelrots. Daar krijgen ze gezelschap van Sidonia die met een helikopter ook naar Afrika is gevlogen en net op tijd komt om Arthur te redden van Serpentos.
Banana neemt haar plaats als koningin der Jambaba's weer in. Wiske ontdekt bovendien dat Banana de aangenomen dochter van Arthur is.

Arthur en Banana blijven in Afrika als hun vrienden naar hun eigen land terugkeren. Serpentos toont berouw voor zijn streken en krijgt in België een baantje als bewaker in de dierentuin.

Bron: http://suskeenwiske.ophetwww.net/ ( )