Achter een waggelende stoet zangers, koorknapen en bruidsmeisjes voert Edgar Wallace ons binnen in een broeierige valsemunterswereld. Onder het ruisen van machtige orgelpreludes wachten we met de in stemmig zwart en in fleurige toiletten gestoken 'upper ten' van Londen ... en langzaam, onwennig aan elkaars arm schrijden Peter Clifton en Jane Leith ons gezichtsveld binnen. Helaas verbleekt de glans van tule en oranjebloesem lichtelijk door het plotseling opduiken van valse pondbiljetten! Vals geld ...? De Gladde misschien, die al jaren de gehele financiële wereld en het internationale politiewezen overbluft door zijn briljante manipulaties? Wallace laat ons niet lang nippen van de 'romantiek'. Hij doet ons een 'story' beleven van een vrouw die, door een huwelijk tegen haar zin, in een nachtmerrie van moord en intrige terechtkomt; gelukkig zien wij haar aanvankelijke afkeer en haat in liefde verkeren ... Het meesterlijke brein van Wallace stelt Jane én de lezer voor raadsels! Door wurgende angst wordt deze jonge pasgetrouwde vrouw gefolterd. Is Peter, haar man, erfelijk belast en bij vlagen krankzinnig? Wie heeft Basil Hale dán vermoord? Wie is de Gladde, zou Peter soms ...? En waarom wilde haar vader zo plotseling haar huwelijk? Met een bijna wreed plezier hanteert Wallace hier de tegenstellingen liefde, keiharde valsemuntersbusiness en krankzinnigheid. Dus weer alle waarborgen voor een spannende 'plot' onder 'hoogspanning met Edgar Wallace!

Bron: Binnenkaft Prisma Detectives 43