Omdat haar moeder doodziek is, gaat Aude op zoek naar een genezer. Ze velaat haar veilige huisje in de bergen en trekt in de richting van Marseille. De reis is moeilijk en gevaarlijk. Aude wordt lastiggevallen, beschimpt en vernederd. Verdriet overrompelt haar. Om zich veilig te voelen sluit Aude zich aan bij een karavaan van creaturen. Uitgestotenen die vanwege hun mismaaktheid niet meer onder de mensen mogen komen, tenzij om hun kunsten te vertonen of aan waarzeggerij te doen. Maar of het er wel zo veilig is...

Ook de zestienjarige Olrac is onderweg. Hij heeft de opdracht gekregen om de vreemde verdwijning te onderzoeken van magister Abelard. Hij reist naar het kasteel van zijn toekomstige vrouw, de zesjarige Margarita. Tijdens zijn verblijf bij de burchtheer Fernando de Borges ontdekt hij dat er nog veel vreemdere dingen gebeuren. De stad leeft in de greep van de angst. ( )