Beschrijving: Wie waren de Maya's, het gehiemzinnige wolk wiens tempels met hun wonderlijke inscripties diep in de regenwouden van Centraal-Amerika geleerden al eeuwenlang hebben verbijsterd? Waar kwamen ze vandaan en waarom zijn ze zo plotseling verdwenen? Hoe werkt hun getallenstelsel en wat houden de voorspellingen van de beroemde 'Maya-kalender'in? Wat vertellen ons de inscripties van de pas in 1952 ontdekte sarcofaagdeksel van Palenque? Inhoudsopgave: Voorwoord Het raadselachtige Mayavolk De tijdrekening van de Maya's Een nieuwe kijk op astrologie Maurice Cotterell in Mexico Het land van de ratelslang Het nieuwe vuur,de chacmools en de kristallen schedel Transatlantische tradities De Olmcken en Atlantis De invloed van de zon De ondergang van Atlantis Noten Bijlagen Astrogenetica Astrogenetica en de twaalf astrologische typen Een wetenschappelijke onderbouwing van astrologie Zonnestraling en hormoonproduktie bij de mens De zonnevlekkencyclus De ondergang van de Maya's Rampspoeden verwoesting Mayagetallen en talstelsels De fascinerende grafplaat van Palenque Woordenlijst Bibliografie Fotoverantwoording Register De cultuur van de Maya's stelt ons voor vele raadsels: waar kwamen ze vandaan, waarom bouwden ze hun monumenten, waarom zijn ze plotseling verdwenen, enz. De schrijver (die ook meewerkte aan 'Het Orion Mysterie') gaat heel uitvoerig in op de geschiedenis en de archeologie rond de Maya's. Hij schrijft wat breedvoerig, en dat levert in de hoofdstukken over de geschiedenis, en over de voortgang van het onderzoek van Cotterell, meeslepende teksten op. Cotterell verwierf een volstrekt nieuw inzicht in de afbeeldingen op de sarcofaag van Palenque, in de Maya astrologie en kalender, de zonnecyclus en het talstelsel. Hier wordt het boek heel uitvoerig, technisch en ingewikkeld. Ook de bijlagen (70 pagina's!) staan nog eens vol tabellen en grafieken. Onderzoek is één; de vergaande conclusies, de grote verbanden die gelegd worden (Egypte - Atlantis - Maya), de komende omkering van het magnetische veld van de aarde (Edgar Cayce zei het al), etc., zullen niet door iedereen geslikt worden. Toch moeten we het jaar 2012 met enige vrees tegemoet zien. Ruim 100 tekeningen en foto's in zwart-wit en kleur. (Biblion recensie, J. Rijsterborgh.)
Fragment:
Dankbetuiging 6
Woord vooraf
Op de ochtend van 12 september 1993 zat ik in de keuken van m'n collega Robert Bauval om de laatste veranderingen te bespreken aan ons boek Het Orion mysterie dat op korte termijn zou gaan verschijnen. Bijna een jaar hadden we nauw samengewerkt aan dit project en zojuist hadden we een bijeenkomst met de verkoopmedewerkers van onze uitgeverij bijgewoond. Nu deden we een poging om ons te ontspannen met de zondagskranten. We waren opgetogen over de ontvangst van ons boek, maar slaapgèbrek had ons uitgeput. Bladerend door een van de kranten viel m'n oog vrijwel onmiddellijk op een artikel dat was geschreven door een zekere Michael Robotham. Boven foto's van een bouwvallig paleis, een piramide en een angstwekkend beeld van een vleermuisgod stond in hoofdletters: 'EEN EEUWENOUD MYSTERIE OPGELOST'. Tussen de foto van het paleis en een andere foto, waarop een soort Indiana Jones te zien was die een platte rechthoekige steen naar de camera hield, stond de kop: 'DE MAN DIE DE INSCRIPTIES VAN DE MAYA'S HEEFT ONTCIJFERD'. Inmiddels was mijn belangstelling gewekt en ik nam een stoel om het artikel op m'n gemak te lezen.
Het paleis en de piramide op de foto's bleken zich in een afgelegen gebied in het zuidwesten van Mexico te bevinden bij de plaats Palenque, een stad die door de Maya's was gebouwd. De Maya's waren een bijzonder getalenteerd volk, maar in de negende eeuw n.Chr. stortte hun beschaving plotseling ineen. Hoewel hun nakomelingen nog steeds de meer noordelijk gelegen heuvels bewerken, werden Palenque en andere laaggelegen steden prijsgegeven aan de jungle en verdwenen ze onder een laag snelgroeiende klimplanten en bomen. De man op de foto, die kennelijk de code van de Maya's had ontcijferd, was een zekere Maurice Cotterell en het rechthoekige stuk steen dat hij omhooghield, was een replica van een sarcofaagdeksel dat in de piramide was gevonden. Al eerder had ik over deze mysterieuze stenen plaat gehoord, 'de zogenaamde grafplaat van Palenque', voornamenlijk in verband met theorieën over goden uit de ruimte. Daarom was ik enigszins verbaasd dat Cotterell zich niet overgaf aan dat soort wilde speculaties. Kennelijk was zijn methode om het sarcofaagdeksel te ontcijferen gebaseerd op een meer wetenschappelijke benadering, waarbij de grafplaat werd geanalyseerd met behulp van de Mayamythologie en bepaalde ideeën die verband hielden met zonnecycli. In het artikel gaf hij een geloofwaardige verklaring voor de plotselinge ineenstorting van de Mayabeschaving. Tot nu toe ontbrak een dergelijke verklaring en zijn ideeën leken een nieuw licht op de zaak te werpen.