HomeGroupsTalkMoreZeitgeist
Search Site
This site uses cookies to deliver our services, improve performance, for analytics, and (if not signed in) for advertising. By using LibraryThing you acknowledge that you have read and understand our Terms of Service and Privacy Policy. Your use of the site and services is subject to these policies and terms.

Results from Google Books

Click on a thumbnail to go to Google Books.

Loading...

Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf : portretten van vergeten schrijvers

by Joris van Casteren

MembersReviewsPopularityAverage ratingConversations
1011,844,718 (3.33)None
None
Loading...

Sign up for LibraryThing to find out whether you'll like this book.

No current Talk conversations about this book.

OPGETEKEND DOOR ACHILLE VAN DEN BRANDEN
Hun jeugd brengen ze hele dagen in de dorpsbibliotheek door. Daarna beginnen ze zelf tegen hoog tempo teksten af te scheiden. Er volgt een provinciale aanmoedigingsprijs. Onwennig schuifelen ze naar de uitgeverij, weten er soms niet eens de brievenbus te vinden. Hun eerste manuscript wordt gepubliceerd. In het beste geval komen er nog paar titels.

Dan is het op en worden ze afgedankt. De gelukkigen vinden een andere betrekking. Een deel leeft van de bijstandsuitkering. Niet weinigen krijgen psychiatrische problemen en zijn suïcidaal. Vaak blijven ze schrijven in eigen beheer, desnoods op een houten plaat met schragen als tafelblad. Een enkele schrijver loopt zo nu en dan de boekhandel binnen om te weten of ze zijn laatste titel nog op voorraad hebben.

Joris van Casteren ging op zoek naar auteurs die in de vergetelheid zijn geraakt. Ze publiceerden bij bekende uitgevershuizen en kregen niet zelden lovende recensies. Maar op een gegeven moment stokte de verkoop (als die al ooit op gang was gekomen), waarop de uitgever nieuw aangedragen manuscripten niet meer op de markt wou brengen.

"Een uitgever kan zonder duidelijke opgaaf van reden een volgend boek weigeren. Er is geen vakbond die de auteur terzijde staat, de toch al karige inkomsten komen helemaal te vervallen, al die jaren is geen cent pensioen opgebouwd."

Het gaat in dit boek uitsluitend om Nederlandse schrijvers, maar het scheelde niet veel of Van Casteren was Ward Ruyslinck, Hugo Raes en Claude C. Krijgelmans gaan opzoeken.

Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf (práchtige titel) wil geen rehabilitatie zijn. Van Casteren heeft naar eigen zeggen slechts willen observeren en registreren. Hij oordeelt niet over de literaire kwaliteit van het werk.

Daarmee geeft Van Casteren jammer genoeg meteen de twee beste invalshoeken op. En waarom? Dat is niet duidelijk. Dat observeren en registreren van hem levert immers niet bijster veel op. De 21 portretten die hier zijn samengebracht lijken nogal op elkaar. Ik las er destijds een stuk of wat in Vrij Nederland. In zo'n blad werken ze goed, als vermakelijk restafval van de republiek der letteren. (Ik geef toe, dat woord 'vermakelijk' is misplaatst.) Nu valt de eentonigheid op: een zeer algemeen biootje, een stukje interview, wat gemeenplaatsen uit recensies en that's it.

De stukken zijn simpelweg te kort. De geportretteerde mensen blijven schimmen. Van Casteren heeft het nauwelijks over hun oeuvres, inhoudelijk bedoel ik, en citeert niet uit de primaire werken. Omdat Van Casteren alleen de schrijvers zelf aan het woord laat, blijven de portretten ééndimensioneel.

Een insight guide over het gestommel achter de schermen van het literaire wereldje is het ook niet echt geworden. Ik tel desondanks drie revelerende anekdotes. Eén. Van Casteren die vertelt hoe het Ben Borgart verging bij Geert Lubberhuizen (wiens naam trouwens vaak valt):

"De Bezige Bij wilde dat hij zo snel mogelijk met een volgend boek zou komen. In een door de uitgeverij beschikbaar gestelde woning ging Borgart aan het werk. Lubberhuizen kwam het manuscript persoonlijk ophalen. ‘Geert merkte op dat er geen slot aan zat. Ik zei dat ik daar nog geen tijd voor had. Hij zei: dan blijf ik hier nog een halfuur zitten, brei er maar een einde aan.’"

Tweede verhaal over het wel en wee van een Hollandse uitgeverij en haar fonds: wanneer ene Maartje Luccioni haar beklag doet over de spaarzame opvolging van haar boek wordt de correspondentie met haar redacteur, mede door de stagnerende verkoopcijfers, ineens grimmiger. Oscar Timmers aan Luccioni:

"Ik dacht dat jij tot een groep redelijke fondsauteurs hoorde, die met redelijke tussenpozen redelijk verkoopbare boekjes produceren en niet om de haverklap aan de telefoon hangen of hier dag in dag uit over de vloer komen en ons van ons werk afhouden. Ik zie dat ik mij vergist heb: je hoort wel degelijk tot de zeurpieten, die nooit eens kalm kunnen afwachten en telkens komen zaniken en teutebollen."

En wat te denken van de schrijfster die op het Boekenbal Boudewijn Büch tegen het lijf liep, die in Hollands Diep een van haar romans had gekraakt?

"'Hij vroeg mij of hij wel eens over mij had geschreven. Ja, heel beroerd, zei ik. Ach, zei hij, je mag blij zijn dat ik over je geschreven heb.' Ze windt zich op: ‘Die arrogantie in de schrijverswereld. Ze schreven om een of andere reden je boek kapot. Ze hebben voor zichzelf een aanleiding om een lekker krakend stuk te schrijven en ze lezen net zo lang tot ze iets vinden om iets rottigs te kunnen zeggen.’"

Tussen de regels ontstaat het beeld van een ijdel milieu, waarin duchtig gelobbyd wordt en netwerken essentieel is. De meeste schrijvers die naar Amsterdam trekken hebben een heel romantisch idee over boeken en literatuur maar daar komen ze snel van terug.

"Schrijvers zijn in het geheel niet solidair met elkaar."

klaagt er eentje.

Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf laat uitgebreid het daaropvolgende post-literaire leven zien. Waar komen gewezen schrijvers terecht, behalve bij de psychotherapeut? Ferdinand Langen koos voor de reclame. Frans Gruppelaar vertaalt gebruiksaanwijzingen. Eduard Visser, ooit door W.F. Hermans tot supertalent uitgeroepen, raakte in geldnood en moest de briefwisseling met zijn beroemde collega verkopen. Michael Tophoff heeft een lucratieve sensory awareness-praktijk en bewoont een kapitale villa. Soms wordt nog wel eens teruggeblikt op het voorbije schrijverschap. Met gemengde gevoelens.

“In een map bewaart Luccioni alles wat met haar voorbije carrière heeft te maken. Van haar boeken werden, in volgorde van verschijning, de volgende aantallen verkocht: 3729, 6419, 3437, 2037, 3082, 1724. Juist vandaag kreeg ze bericht van bibliotheekorganisatie Lira. Over het jaar 2002 zullen ze dertig euro aan leenrecht uitkeren, De gebalde vrouw blijkt liefst 233 keer over verschillende bibliotheekscanners te zijn gehaald. ‘Ik denk dat er een klas is geweest die er iets over moest schrijven, of een leeskring.’”

Al bij al valt er weinig expliciete rancune en jaloezie jegens succesvollere collega's te signaleren. Op Kees Wielemaker (die ooit bijna Arjan Peters aftroefde wegens een negatieve recensie) na:

"Ik liep tijdens de ramp van ’53 tot aan mijn middel in het water om koeien te redden terwijl Hans Warren mooi opgemaakt op een bed lag te masturberen."

Het komt me voor dat het gros van deze scribenten terecht de boeken hebben gesloten. De enkele keer dat ze hun poëtica uit de doeken doen, nodigt dat niet uit om te gaan grasduinen in hun werk.

"Ik ben iemand met een grote fantasie. Ik vind het heerlijk om mijn fantasie op papier te zetten." (Ben Borgart)

"Het was gewoon een prettige bezigheid om zo’n verhaal te maken, niks verhevens aan." (Christiaan te Winkel)

Een minderheid, een groepje diehards, blijft dapper doorschrijven. Bij Ben Borgart bijvoorbeeld staan op een plankje boven zijn bureau meer dan veertig multomappen: allemaal romans, verhalen en essays waar hij aan werkt. Associaties met grote miskenden uit de wereldliteratuur kunnen bij dat eenzame wroeten de pil verzachten.

"Tijdens zijn leven hadden de Romeinen ook nauwelijks belangstelling voor Tacitus." (Kees Wielemaker)

"Denk aan Luther, denk aan Shaw. Die schreven hun grote werken ook pas na een langdurig moratorium." (Steven Membrecht)

Het interview met deze Membrecht lijkt een open sollicatie om door André Blavier te boek gesteld te mogen worden, in zijn verzameling literaire gekken.

"Na twaalf romans zei Steven Membrecht halverwege de jaren zeventig de officiële literatuur vaarwel en wendde zich tot uitgeverijen waar je tegen betaling je eigen boeken kunt laten maken. De afgelopen dertig jaar legde hij duizenden guldens in en liet ruim vijfentwintig titels verschijnen. ‘Inmiddels,’ zegt hij, ‘nadert mijn magnum opus de voltooiing.’ Voor zijn dood wil hij de ‘De Tien Basisboeken’ compleet hebben; vierduizend aforistisch aandoende teksten die zijn ondergebracht in tientallen ‘subboeken’. Hij schuifelt naar de boekenkast en toont enkele deeltjes. Titels als: Pauze – zei de dood, In rouw om de toekomst en De middag van de horzel I."

Op de keper beschouwd een beetje kleurloos boek, dit. Alle verschillen in aanpak in acht genomen, kwijten een Jeroen Brouwers of een Stefaan Brijs zich beter van hun taak. Zij doen tenminste nieuwsgierig worden naar de boeken achter de schrijvers. Daar is het de letteren toch om te doen: boeken.

Als er mij één ding zal bijblijven uit Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf, is dat het tragikomische lot van Christine Kraft. Deze ex-schrijfster is gelukkig goed terechtgekomen en werkt nu in Almere, bij een opvang voor afgedankte apen.

"Ze houdt halt voor een kooi waar een vuistgroot dier met fijne gelaatstrekken en glinsterende ogen doorheen slingert. ‘Dit is Paco,’ zegt ze, ‘mijn lievelingsdier.’ Paco slaakt kreten en maakt wilde gebaren. Omdat hij niet bij zijn gehandicapte vrouwtje mag, die in de kooi ernaast is weggeborgen, is hij verliefd geworden op haar. ‘Hij heeft op mijn rug geplast,’ zegt ze. ‘Dat is een enorme eer.’"
  bellettrie | Jun 17, 2015 |
no reviews | add a review
You must log in to edit Common Knowledge data.
For more help see the Common Knowledge help page.
Canonical title
Original title
Alternative titles
Original publication date
People/Characters
Important places
Important events
Related movies
Epigraph
Dedication
First words
Quotations
Last words
Disambiguation notice
Publisher's editors
Blurbers
Original language
Canonical DDC/MDS
Canonical LCC

References to this work on external resources.

Wikipedia in English

None

No library descriptions found.

Book description
Haiku summary

Current Discussions

None

Popular covers

Quick Links

Rating

Average: (3.33)
0.5
1
1.5
2
2.5
3 2
3.5
4 1
4.5
5

Is this you?

Become a LibraryThing Author.

 

About | Contact | Privacy/Terms | Help/FAQs | Blog | Store | APIs | TinyCat | Legacy Libraries | Early Reviewers | Common Knowledge | 204,721,567 books! | Top bar: Always visible