Meer een verzameling essays over de oorsprong van het monotheïsme dan een monografie. Assmann behandelt dezelfde thema's als in From Akhenaten to Moses (https://www.librarything.com/work/15676377), maar benadert ze minder vanuit de figuren van Echnaton en Mozes. En passant vat hij nog even zijn magistrale The Mind of Egypt samen. Het hoofdstuk over de veranderende positie van de god Seth in het Egyptische pantheon past niet helemaal in het thema, maar is wel boeiend.

Alleen zijn conclusie stelt teleur. Hij zwakt zijn stelling over het Mozaïsche onderscheid af om de godsdienstwetenschappers ter wille te zijn. Assmann stelt dat het eigen is aan monotheïstische godsdiensten dat zij niet alleen het onderscheid maken tussen goed en kwaad, maar ook tussen waar en vals. Dat verklaart meteen waarom deze religies potentieel gewelddadig zijn. Godsdienstwetenschappers argumenteren dat het verschil tussen 'waar' en 'vals' tot het domein van de filosofie behoort, niet tot dat van de religie. Waarom Assmann zo snel toegeeft aan deze kritiek, is onduidelijk. Ook zijn stelling over een 'diepe religie' die gemeenschappelijk zou zijn aan alle monotheïstische godsdiensten, overtuigt niet helemaal.

Maar dat alles komt dus maar aan het einde van een beknopt werk met interessante inzichten over het ontstaan van het monotheïsme. ( )